Foto: Bureaubeeld

Albert

Er zijn veel woorden op verschillende gebieden die me geraakt hebben, een van de woorden die onder mijn huid zijn gekropen komen van mijn vader. Mijn vader was een Hollandse man, mijn moeder kwam uit Indonesië. Mijn moeder zei laatst nog dat onze vader heel veel van ons heeft gehouden. Mijn moeder is nu flink op leeftijd en is steeds vaker wat warrig in haar denken. Maar toen ze dit laatst zei dacht ik meteen: Zo heb ik dat niet ervaren, dat was helemaal niet zo. Wij – mijn broers, zus en ik – hebben een onveilige jeugd gehad.

Je bent altijd een kind van de tijd waarin je leeft. Een veranderend perspectief in hoe je naar de dingen kunt kijken die je hebt ervaren, zie je vaak in het licht van de huidige tijd.

Mijn moeder heeft voordat ze naar Nederland vluchtte op 6 jarige leeftijd meer dan 3,5 jaar gevangen gezeten in de zogeheten Japanse interneringskampen op Java in het toenmalige Nederlands-Indië. Mijn moeder zag op tegen mijn vader, hij was de onderwijzer die alles wist. Ze was onzeker en daardoor onderdanig zodat ze zich sterk afhankelijk van hem opstelde: zij vond wat hij vond. Mijn moeder heeft altijd moeite gehad om zich uit te drukken in woorden, ze zei altijd dat ze niet kon praten. Ze voelde zich altijd minderwaardig. De uitdrukking Indisch zwijgen heeft daarom vele betekenissen voor mij. Als er wel dingen werden gezegd dan kroop dat als het ware meteen onder je huid. Maar het niet uitspreken van dingen die er wel zijn, dat kruipt ook onder je huid; dat wordt een gevoel.

Mijn vader was lange tijd alcoholist en daardoor zei hij nare dingen tegen ons. Vermoedelijk had mijn vader – die leek te verdrinken in zijn onmacht om zich te uiten – het ook heel moeilijk met de depressieve periodes in het leven van mijn moeder. Periodes waarin ze onbereikbaar was, zweeg en klaagde over stenen in haar buik. Of dat de oorzaak was van zijn drankprobleem weet ik niet, maar het heeft het in ieder geval niet ontmoedigd. Ik probeerde als kind toch met hem te praten. Er waren twee zinnen waarmee hij ons altijd antwoordde, die ik nog steeds in mijn hoofd kan horen. Mijn vader zei dan telkens als hij dronk: “Het interesseert me allemaal geen moer” en ”Jullie rotzooien maar aan!”

Je bent niet alleen op de wereld, je bent wel degelijk te midden van anderen, alles is onderling met elkaar verbonden, verweven zelfs, Of je nu wilt of niet wilt, je bent altijd iemand in relatie tot de ander of het andere.

Beide zinnen kropen direct onder mijn huid en de schijnbare onverschilligheid van mijn vader, het niet betrokken zijn, de desinteresse in ons, zijn kinderen, hebben invloed gehad op mijn vorming naar volwassenheid. De woorden onder mijn huid werd een gevoel van niet gezien zijn. Het zorgde ervoor dat ik me niet veilig voelde en open durfde te zijn naar anderen. Ik uitte me veel in de wereld die ik tekende, waarin ik mij veilig voelde.

Transformatie

Wanneer het niet aflatende zoeken naar verbinding van datgene wat ons omringt met datgene waarmee we ons willen verbinden leidend is, dan brengt dit een voortdurende vorming van het idee van wie we als persoon zijn in gang. Het zou een herziene visie kunnen teweegbrengen over de waarde van de idee van individu en identiteit, of de waarde van laat ik het voorzichtig verwevenheid noemen met niet: ik en de wereld, maar de
wereld om mij heen en het ik daarin.

Albert

Niet alleen deze woorden van onmacht van mijn vader hebben me gevormd. Er zijn voortdurend gebeurtenissen in je leven die je vormen. Het is voor mij vormen en gevormd worden: een innerlijke drang om teweeg te brengen en dat wat je tegenkomt in de wereld om je heen. Van verbeelden en tekenen heb ik mijn beroep gemaakt als beeldend kunstenaar. Ik geef les als kunstdocent op de kunstacademie en op het ISK (internationale schakelklas), aan kinderen tussen de 12 en 18 jaar. Deze ontheemde gevluchte kinderen helpen we om te landen in een nieuwe onbekende wereld, om ze een thuis te geven waarin ze kunnen wortelen.

Schrift komt voort uit woorden, uit taal. Beeldtaal is een stap verder: het verbeelden van taal in beelden. Ken je de taal niet dan heb je altijd nog de taal van beelden. Maken de kinderen beelden, dan proberen we daar weer woorden aan te geven. Zeg het met beelden betekent dat we in de les vooral met beelden praten, daar waar woorden tekortschieten. Daarnaast ben ik er voor ze door contact met ze te maken en te laten merken dat ze gezien worden. Hierin wil ik veiligheid geven. Het lukt me niet altijd, er zijn jongeren die te veel meegemaakt hebben en zich niet kunnen verbinden. Ik verbind mij graag met de mensen om mij heen. De woorden van mijn vader zitten misschien onder mijn huid, maar ik heb er mee leren omgaan en alhoewel ik weet dat ze er zijn wil ik er geen stem meer aan geven.

Wat je hebt ervaren, vormt je tot wie je bent. De nare dingen, de krassen blijven, die gaan niet weg, maar dat hoeft ook niet. Ik vind ze ook mooi, ze dragen bij aan wat je nu bent.

Gevangenschap en bevrijding is voor mij een intergenerationeel thema in de Indische familielijn wat generaties lang nodig heeft om verwerkt te worden. Daarom is gevangenschap en bevrijding ook een thema in mijn beeldend werk. De wereld om ons heen verandert in de tijd, in sommige dingen veranderen we niet mee, houden we vast aan wat vertrouwd is. Dat zegt wat over onze innerlijke wereld en over hoe we de buitenwereld zien. Soms verandert de wereld in ons. In sommige dingen verandert de wereld – die bestaat uit de ander en het andere – met ons mee, dat noemen we dan ons geluk en als het niet mee verandert noemen we dat ons lot.

Wijsheid komt met de jaren is de uitdrukking. Wijsheid komt niet vanzelfsprekend met de jaren. Wijsheid komt meer met zelfinzicht, want zicht, het zien in jezelf is
zicht, het kijken in anderen.

Het niet kunnen uiten, praten, verbinden van mijn vader met zijn kinderen, heeft mij niet besmet. Als mijn dochter en ik elkaar aankijken weten we precies hoe het met de ander gaat. Daar hebben we heel weinig woorden voor nodig omdat we ons met elkaar verbonden voelen. Laatst kreeg ik een kaart van mijn zoon, nog voor mijn verjaardag. Onder aan de felicitatie stond: ik hou van je. Dat hij de vrijheid voelde om dat zo op te schrijven, daar werd ik heel blij van. Het betekent misschien wel dat ik wel de schakel om je niet te uiten in de familie heb kunnen doorbreken. Dat ik in staat ben om mij te verbinden met de wereld in mij en om mij heen.

Het is belangrijk om te beseffen dat je meer bent dan dat wat iemand tegen je kan zeggen of gezegd heeft. Dat je daar overheen kunt groeien, het kunt ontstijgen. Dat het niet zo blijft. En dat het niets over jou zegt, maar vooral over het iets van die ander.